Testen van het gebouwde kitje

Als je de print hebt opgebouwd kun je eerst enkele testen doen voor dat je de GPS module er op plaatst.

Voedings gedeelte

Allereerst zetten we de jumpers in de juiste positie.  Reset in stand 2, NMEA in stand 1, ROM in stand 2, ANT plaatsen, en de SUPPLY jumper in stand 2 omdat we op12V gaan testen.

Verder moet je ook een kabel maken waarmee je voeding kunt aanbieden op pin 7 (massa) en 8 (+) van de RJ45 connector. Zie voor de details de Bekabeling pagina.

 

Sluit 12V aan op pin 8 (massa op 7) van de RJ45 connector. Het LEDje moet oplichten (er loopt maar 1mA door) en je moet nu de volgende spanningen meten tussen ground en:
pin 2 en 3 van de LT1107: +11,3V
pin 8 van de LT1107: +5,0V
pin 2-3 van de Supply jumper: +5,1V
pin 16 van de MAX232: +5,1V
pin 6, 14 en 7 van de MAX232: ca. -9,5V
pin 2 van de MAX232: ca. +9,5V

Hiermee zijn de voeding en rs232 level converter getest op goede werking.

Als je de GPS kit op 5V voeding gebruikt, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de PS/2 muispoort of USB aansluiting van een laptop, controleer dan ook - als je de bekabeling gemaakt hebt - de voedingsspanning nogmaals.  De spanning op de GPS module (pin 2 van de 20-polige stekker) moet liggen tussen de 4,75 en 5,25V.  Beneden de 4,5V werkt de module niet meer.

Haal de voedingsspanning weg en druk de module op zijn plaats over de 4 printsteuntjes (vergeet niet de weerhaken van de printsteuntjes eerst weg te knippen).  Als je het printje in een kastje monteerd doe dat dan eerst - een van de bevestigings parkertjes zit onder de module.  Kijk of de 20 polige connector van de GPS module goed in de print connector gaat. Verdere testen moeten met de GPS module en een oscilloscoop of een serieele verbinding naar een PC gedaan worden.

De allereerste testen kun je het beste doen door te kijken naar de NMEA data die op de serieele poort binnenkomt.  Gebruik hiervoor het bij Windows standaard geinstalleerde Hyperterm of - nog beter - installeer Teraterm .  De communicatie gaat met 4800 bd in leesbare tekst en is goed mee te lezen, als je de patronen eenmaal kunt herkennen.

Als de module voor het eerst wordt aangesloten moet dat gebeuren met een antenne met een zo goed mogelijk uitzicht op het uitspansel. Het beste is om eerst met een terminal programma (hyperterm, teraterm) in 4800bd / no par. / 8 data / 1 stopbit te kijken of de ontvanger inderdaad NMEA data produceert. Die ziet er zo uit:

$PRWIRID,12,01.80,11/26/97,0003,*42
$GPGGA,,,,,,0,00,,,,,,,*66
$GPGSA,,,,,,*42
..... enz. ....

Na enige tijd verandert het patroon.  Eerst verschijnt de UTC tijd in de data, daarna ook de datum en vervolgens komt er ook satellietdata te voorschijn.  Als laatste komt de ontvanger in een 2D of 3D lock, wat betekent dat ie volledige "navigatie status" heeft verkregen.

Als dat werkt kun je een programma als VisualGPS of CSIGPS starten om te kijken hoe de ontvangst van de satellieten is. Afhankelijk van een aantal factoren kan het enige tijd duren voordat de ontvanger zijn positie bepaald heeft (een 'fix' heeft). Die factoren zijn:

Afhankelijk van het antwoord op deze vragen kan de 'time to fix' varieren tussen de 20 minuten en 20 seconden.